Philanews 2022 N°1

8 Jules Huysmans, conservator van het Museum van de Nationale Bank, vindt het een goed idee dat bpost aan de invoering van de euro 20 jaar geleden een speciale uitgifte wijdt. “Staten, die verder onafhankelijk bleven, gaven een gemeenschappelijke munt uit. Dat is tamelijk uniek in de geschiedenis. En allesbehalve evident, want elk lid van de eurozone voert een eigen economische politiek.” Voor de euro rekenden we met Belgische frank. De uitgifte blikt terug op die voorgeschiedenis met vier munten die deel uitmaken van ons collectief geheugen. Samen vertellen ze het verhaal van de evolutie van ons geld. Jules Huysmans: “Opvallend is dat elke munt uit een ander metaal is vervaardigd: van het zilveren 5-frankstuk van Leopold I over het stuk van 50 centiemen in zink uit 1918 tot de ingewikkelde legering van de 2-euromunt.” Die verschillende materialen illustreren de veranderende rol van geld, aldus Jules Huysmans. “Vroeger hadden munten een waarde op zich omdat ze van edelmetaal waren.” Echt zeldzaam zijn de afgebeelde munten niet, wel interessant. Het zilveren 5-frankstuk met Leopold I uit 1834 was een van de eerste Belgische munten. De zinken munt met het gaatje werd na de Eerste Wereldoorlog ingevoerd. “Dat gaatje diende om het onderscheid met gelijkaardige zilveren munten te maken. Mensen die bijvoorbeeld in het donker naar de vroegmarkt gingen konden voelen welk muntje ze in handen hadden.” Het centrale muntje met de mijnwerker kennen we nog het best. “Opmerkelijk is de afbeelding van een gewone arbeider, geen koning of een belangrijke figuur zoals de traditie voorschreef. Munten waren vroeger immers ook een propagandamiddel dat duidelijk maakte wie de baas was.” Naast de mijnwerker prijkt een 50-frankstuk met de beeltenis van koning Boudewijn. Jules Huysmans: “Opvallend aan deze munt is het abstracte ontwerp van het portret van de koning. Het vormde een complete stijlbreuk met de koninklijke afbeeldingen die voordien werden gebruikt.” bpost designer Kris Maes kijkt erg uit naar het afgewerkte eindresultaat van deze uitgifte, omdat het om een druktechnisch bravourestuk gaat. “Dit is op druktechnisch vlak een van de uitdagendste uitgiften waar ik al aan meegewerkt heb. Het moeilijkste is de opdruk van de munten namaken voor de reliëfdruk. We weten dat het technisch kan door voorbeelden uit andere landen.” Behalve de reliëfdruk komt er ook een folie over de munten om ze er als echte munten te laten uitzien. Omdat de sterren van deze uitgifte zonder twijfel de postzegels in reliëfdruk met folie zijn, koos hij verder voor een sobere lay-out. Hoewel, sober? Dit zijn de allereerste cirkelvormige Belgische gegomde postzegels. “Ik had meteen het idee om met een cirkelvormige perforatie te werken, om in de cirkelsfeer te blijven. Op het blaadje trok ik die lijn door met zwarte stipjes die perforatielijnen simuleren.” Uitgifte toont evolutie van ons geld ‘Het is niet al goud wat blinkt’, zegt de uitdrukking. Dat gaat helemaal op voor deze uitgifte. Want hoe schitterend deze iconische munten ons tegemoet blinken vanop het postzegelblaadje, ze zijn niet echt. Een meesterlijk staaltje van technische afwerking zet 20 jaar euro in de kijker. Met voor het eerst in onze filateliegeschiedenis: cirkelvormige gegomde postzegels. GELIMITEERDE POSTZEGELUITGIFTE 3 ICONISCHE BELGISCHE MUNTEN: 20 JAAR INVOERING EURO H e t a b s t r a c t e p o r t r e t v a n k o n i n g B o u d e w ij n w a s u n i e k .

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM0ODQ=